Van de week nog een gespek gehad met een manager die medewerkers gedwongen moest ontslaan. Zij vond het balanceren tussen ‘stevig en resoluut de medewerker de wacht aanzeggen’ en ‘in contact blijven en menselijke oplossingen vinden’ in deze langere trajecten uitdagend en lastig.

Van een andere (interim)manager kreeg ik deze tekst over hoe “gedwongen” vertrek soms eigenlijk de beste oplossing is voor alle partijen.

“Allereerst denk ik dat je als manager de plicht hebt om te kijken of er in de bestaande context, in overleg met de betreffende medewerker, mogelijkheden zijn om de zaken ten goede te keren. Dit omdat regelmatig blijkt dat de medewerker niet eerder is aangesproken op zijn gedrag of bijvoorbeeld al 15 jaar in een veranderende omgeving zijn werk moest doen maar de organisatie niet heeft geinvesteerd in de ontwikkeling van haar medewerkers. Als een dergelijke interventie niet het gewenste effect heeft kies ik er voor om in persoonlijk contact met een medewerker een duidelijk bericht af te geven over het functioneren en te kijken hoe de medewerker zich tot dit bericht verhoudt. Vaak blijkt dan (of werd het al in het eerdere traject duidelijk) dat een medewerker zelf goed weet welke positie hij heeft in de groep en hoe er over hem gedacht/gesproken wordt. Voor een deel van hen is het zelfs een opluchting om het er in alle openheid over te kunnen hebben. Als betrokken partijen dit van elkaar weten wordt het ook mogelijk om te kijken naar mogelijke oplossingen waarbij ik zeker niet schroom om zaken als uitstroombegeleiding of het openstellen van mijn netwerk aan de orde te stellen. Het vraagt wat geduld van alle partijen maar uiteindelijk leidt het in meer dan 90 procent van de gevallen tot een oplossing die naar tevredenheid van beide partijen is.
Belangrijke randvoorwaarde voor de medewerker zelf en ook voor de rest van het team is openheid over wederzijdse verwachtingen. Iedereen moet weten wat de bedoeling is, zijn eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen en ook kunnen beoordelen wanneer het wel of niet goed gaat”.

Mooier kan ik het niet beschrijven. Dank!